zaterdag 4 juli 2015

Reïncarnatie – De universele levensbeschouwing


‘We certainly live more then once. Do we ever die, that is the question’

                                                                                              Henry Miller

De reïncarnatieleer geniet in het westen bij een deel van de bevolking aanhang, over een langere periode schommelend rond de twintig procent, maar daarbij is het niet duidelijk in welke mate deze leer actief invloed uitoefent op het denken en handelen van individuen. Veel mensen komt het niet ongeloofwaardig voor om eerder te hebben geleefd of zelfs vele malen in andere tijden en beschavingen, zelfs met een ander geslacht of in andere levensvormen. Toch zijn er ook veel weerstanden tegen de ‘evolutie van de ziel’, want het is blijkbaar makkelijker te geloven dat we van de apen afstammen dan van ‘onszelf’.

Je blijft jezelf

Eén van de belangrijkste sentimenten tegen reïncarnatie is het idee dat wanneer je terugkeert op aarde in een nieuw lichaam, je opeens een ander persoon zou zijn, vanwege het gegeven dat je in je huidige leven (meestal) ook niet weet wie je hiervoor was. De mens is gehecht aan zichzelf en staat vreemd tegenover het idee van ‘ergens anders terecht te komen’ zonder de wetenschap van wie hij of zij nu is. Maar het feit dat het geheugen bij de geboorte gewist wordt van eerdere incarnatie-ervaringen wil niet zeggen dat de innerlijke neigingen die volgens een bepaald patroon in ons zijn geconditioneerd door vele levens heen opeens zouden veranderen of verdwijnen. In menig opzicht wordt ieder mens steeds opnieuw als ‘zichzelf’ geboren, met een kleine accentverschuiving voor wat betreft het deel van het leertraject dat de ziel per leven volbrengt, het volgende puzzelstukje op de langere weg van geestelijke ontplooiing.

Ieder leven opnieuw steken dezelfde verlangens, aspiraties, neigingen en ondeugden de kop op die ons al in vele voorgaande levens hebben vooruitgeholpen, dan wel dwars gezeten. De mens behoort zichzelf toe, met al zijn goede en slechte kanten. Als het mogelijk was geweest om in één leven de gehele spirituele opdracht die de mens gegeven is te volbrengen, dan zouden onze innerlijke driften en hogere verbeeldingen niet zo ontembaar zijn als ze zich door ervaring aan ons manifesteren. Hoe vaak hebben religieuze mensen die vol vreugde spraken over hun ‘bekeringservaring’ waarbij ze veronderstelden dat ze geheel ‘schoon gewassen’ en vernieuwd waren door hun geloof -met achterlating van hun oude deprimerende en destructieve zelf- later niet horen zeggen dat die oude gewoonten toch niet geheel verdwenen waren, maar dat ze in subtiele vorm zich altijd weer aandienden, ook binnen de nieuwe geloofscontext. Hoezeer was de apostel Paulus, die fanatiek de eerste christenen vervolgde, later toen hij zelf een christen werd niet nog precies diezelfde vurige strijder, ongeduldig, koppig en betweterig als daarvoor, maar nu onder de banier van zijn nieuwe geloof?  

De keten van incarnaties

De reïncarnatieleer stelt dat de meeste mensen voordat ze geboren werden op een hoger bewustzijnsniveau hebben ingestemd met het toekomstige leven op aarde. Dat kan voor sommigen moeilijk te geloven zijn, gezien de pijnlijke ervaringen die ze in hun leven hebben ondergaan, soms al in hun vroege jeugd, maar wat de mens met zijn bewuste geïncarneerde verstand bedenkt is heel iets anders dan hoe de ‘Ziel’ tegen het leven aankeek op het moment van incarnatie. Vanuit dat standpunt was dit ene leven slechts een leerervaring in een lange reeks van incarnaties die samen in een logisch verband staan met elkaar. De ‘bittere pil’ is in die zin net zo goed een onderdeel van het geheel als het gelukkige leven waarin de meeste dingen voor de wind lijken te gaan. De speciale kansen van hogere opleiding, een rijk cultureel milieu, mogelijkheid tot reizen, een bijzonder tijdsgewricht geboren worden met een hoge concentratie aan geleerden, uitvinders, sociaal hervormers, kunstenaars, schrijvers, filosofen enz. Vanuit de leer van karma bezien zijn de gelukkige levens net als de tragische levens het product van de karmische voorraad die door eigen handelingen in het verleden is opgebouwd. Er is niet zozeer sprake van een schuld of straf, dan wel van een kosmisch evenwicht. Een onevenredige ontwikkeling kan de ziel niet worden toegestaan, vandaar dat over de karmische wet wordt gesproken als ‘wet van compensatie’. Ieder mens moet leren dat de eigen ontwikkeling niet steeds ten koste mag gaan van anderen. ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt…’ kan in karmische zin heel letterlijk worden opgevat, want de mens komt zichzelf -in dit leven of in een volgend- tegen.

Terugkeer in dierlijke vorm?

Een ander bezwaar dat sommigen hebben tegen de reïncarnatiegedachte is de vreemde situatie om in een volgend bestaan als dier te moeten incarneren, in de oude geschriften van sommige tradities vermeldt als ‘straf’ voor de dierlijke (ego)neigingen die de mens heeft laten zien. Wie zich gedroeg als een ‘varken’, moest maar eens letterlijk als een varken terugkeren om een leven lang in de modder rond te wroeten bij wijze van boetedoening. Hoewel enkele zeer erudiete geesten, ook in het westen (Emerson) deze theorie aanvaardden, geldt ze over het algemeen toch als ongeloofwaardig en wordt ze door de meerderheid van reïncarnatie-aanhangers verworpen. Het lijkt onlogisch dat een wezen dat zich geestelijk zover heeft geëvolueerd dat hij het bestaansniveau van de mens deelachtig is geworden, voor morele lesjes zou worden teruggestuurd naar een bestaansniveau waar hij al lang voorbij is. En daarbij is het ook ‘beledigend’ voor de dieren aan wie de moreel verdorven mensen gekoppeld zouden worden met zo’n gedegradeerde incarnatie, aangezien de dieren gewoon hun instinct volgen en er dus geen associatie kan zijn met het menselijk vermogen om te kiezen vanuit ethisch besef. Er bestaat een theorie die uitgaat van een verwarring die ooit zou zijn ontstaan tussen de planetaire tekens waaronder mensen geboren worden (die vaak als dieren worden voorgesteld; ram, stier, schorpioen, enz) en het letterlijk geboren worden in dierlijke vorm. Aan de andere kant is het ook heel goed denkbaar dat men voor bepaalde onbeschaafde of hardvochtige mensen heeft gewenst dat ze als dier zouden terugkeren, om ze te vernederen en een lesje te leren.

De echo’s van het verleden

De reïncarnatieleer is de meest logische levensbeschouwing, aangezien het geleidelijke aspect van geestelijk ontplooiing sterke overeenkomst vertoont met de langzame ontwikkeling van de levensvormen in de fysieke wereld. Daar zijn de grote veranderingen ook niet van de ene op de andere dag tot stand gekomen, maar beetje bij beetje. Het is niet ondenkbaar dat de spirituele ontwikkeling van de mens vele duizenden jaren nodig heeft, voordat zich überhaupt enig waarachtig zelfbewustzijn begint af te tekenen. Iedereen weet hoe sterk het kuddegedrag van mensen is en hoeveel moed er vaak voor nodig is voordat een mens zichzelf durft te zijn. Werkelijk sterke mensen, zelfbewuste zielen, mensen die met een missie in dit leven komen waar niets of niemand ze vanaf kan houden zijn altijd een minderheid ten opzichte van de massa die zich met de grote stroom meebeweegt. De onstuitbare reeks oorlogen die Djengis Khan, Napoleon en Alexander de Grote voerden, de onverzettelijke houding van Churchill die Engeland door de Tweede Wereldoorlog heen sleepte, de vastberadenheid van Socrates om enkel langs redelijke weg tot zijn overtuigingen te komen, de culturele -en religieuze verschillen overstijgende gedichten van Mevlana Roemi, de onnavolgbare muzikale inspiratie van de jonge Mozart, het zijn tekenen van zielen die niet voor de eerste keer op aarde zijn en ook niet voor de eerste keer als leidersfiguur of inspirator.

Het reïncarnatie’systeem’ van opeenvolgende levens en het geleidelijk ontplooien van de innerlijke vermogens is wel eens vergeleken met een school. Elk leven op aarde stelt een ‘klas’ voor en de klassen vormen tezamen de school. Na het doorlopen van de basisschool begint de middelbare school, daarna het HBO, de universiteit en verder…Het leerproces van het leven houdt nooit op, want het bewustzijn kan zich blijven expanderen. Het vooruitzicht van toekomstige levens is helaas niet alleen een onverdeeld genoegen, want net als in het huidige of in voorgaande levens, zullen ook in de komende incarnaties pijnlijke ervaringen onderdeel uitmaken van het leerproces. Maar wanneer het bewustzijn zelf als uitgangspunt wordt genomen, wordt duidelijk dat niemand er ooit minder van kan worden, omdat het bewustzijn in alle ervaringen, positieve en negatieve, een proces van bewustwording doormaakt. We zullen nooit afdrijven van onszelf, maar alleen maar meer onszelf zijn, omdat de opgebouwde ervaringen zich steeds sterker en helderder aan ons gaan openbaren, als intuïtie, als innerlijke stem, als ‘zeker weten’ op het niveau van de ziel. We ‘herkennen’ de dingen die ons al eerder geluk hebben geschonken en we worden gewaarschuwd voor wat in het verleden te vaak pijn opleverde en ongenoegen bracht. Mensen die we voor het eerst ontmoeten lijken personen te zijn die we al ‘een heel leven kennen’ en ver afgelegen plaatsen op aarde kunnen een onverwacht gevoel geven van ‘thuiskomst’.

Integratieproblemen

Maar reïncarnatie kan ook verwarring opleveren. Niet altijd kan de ziel accepteren dat er in de tijd die is verstreken tussen het laatste leven en het huidige bestaan, veel dingen zijn veranderd in de fysieke omstandigheden en in de mentaliteit van de mensheid. De aanpassing aan het nieuwe leven gaat niet altijd van harte, wanneer iets dat in een voorgaand bestaan werd gezien als een grote deugd, in de nieuwe levensomstandigheden vooral voor stagnatie zorgt. Wat voorheen iets was om te vrezen, kan met het voortschrijden van de tijd een bron zijn geworden van vernieuwing en vooruitgang, tot grote frustratie van de ziel die het ‘juiste’ probeert te doen in de verkeerde omstandigheden. Niet iedere incarnatie slaagt in die zin en ook is er vaak een patroon te bespeuren in conflictsituaties tussen mensen en groepen mensen die zich over meerdere incarnaties uitspreid. 

De echte levenslessen zijn niet zo snel geleerd. Vrienden vinden elkaar terug, maar vijanden evengoed. Geliefden worden met elkaar verenigd, soms weer als geliefden, dan weer in een andere verhouding. Wie in een vorig leven een zoon of dochter was, wordt in het huidige bestaan misschien een beste vriend of vriendin, of een speciaal gewaardeerde collega.

Reïncarnatie is een fascinerend onderwerp met een oneindige hoeveelheid facetten van psychologische, filosofische en religieuze aard. Het zou spiritueel gezien wel eens het belangrijkste tegengif kunnen zijn in de huidige tijd van toenemend bijgeloof en fanatisme, met de wederopleving van conservatieve  religieuze ideeën, zowel in de islam als in het christendom. Vaak zijn deze ideeën ook etnisch en nationalistisch verankerd en gelden ze als wapen in de strijd voor een culturele identiteit. Of ze zijn juist zo losgezongen van ieder cultureel verband en historisch besef dat ze als een zwevende doctrine mensen besmetten, zoals de uitbraak van een virus. Daarnaast is er in de westerse wereld en in Afrika een vercommercialisering bezig van het christelijk geloof, die mensen nog dommer maakt dan wanneer ze enkel door reclameboodschappen of politieke slogans worden gehersenspoeld. 

Waar religie van de mens vraagt zijn eigen individualiteit op te geven en zich te storten in de belofte van een fraai geschilderd hiernamaals of in de gelukkige zekerheid te leven dat er iemand anders voor de eigen tekortkomingen gestorven is en men dit enkel hoeft te ‘geloven’, wijst de reïncarnatieleer erop dat er niets op een ander kan worden afgeschoven en dat er ook geen gemakkelijke toegangspoort is tot het paradijs. De hemel zal zich pas werkelijk voor de mens openen als hij zich in zijn innerlijke waardig heeft gemaakt voor die goddelijke werkelijkheid, die hoger staat dan de werelden van engelen en halfgoden, als hij zich voldoende heeft gekwalificeerd bij zijn talloze avonturen ‘hier al op dit aardrijk’.

Sven Snijer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten